Blog » Pers » Trouw: “In de deeleconomie valt ook goed te verdienen” 25 juni 2016

Trouw: “In de deeleconomie valt ook goed te verdienen”

deelplatforms | Het begon met huizen, auto’s en spullen, maar nu zijn ook campers en boten te leen. Welkom in de grenzeloze deeleconomie. Wat levert al dat gedeel de websites zelf op?

Delen is het nieuwe hebben. En het wordt steeds mooier: wie deze zomer op pad wil met een camper kan terecht bij de Nederlandse start-up Goboony. Op dit platform verhuren zo’n tienduizend eigenaren hun vakantiebusje voor een kleine 950 euro per tien dagen. Dan staat de camper niet te verstoffen in de stalling.

Ga je liever varen deze zomer? Ook dat is geen probleem. Het deel-je-boot- platform Barqo biedt de keuze uit een half miljoen boten van Nederlandse eigenaars die jaarlijks aangemeerd liggen in het binnenland of in vakantielanden zoals Griekenland, Kroatië en Zuid-Frankrijk. Barqo helpt kapiteins aan een schip en eigenaren aan een zakcentje: een sloepje in Amsterdam levert al gauw 100 euro per uur op, een zeilbootje in Friesland kost zo’n 200 euro per weekend.

Wie verdient naast de eigenaren van boten, busjes of bedden nog meer aan de deeleconomie? De deelplatforms zelf. Deel-start-ups zijn razend populair en bedenken steeds betere verdienmodellen. Volgens onderzoeker en deelexpert Martijn Arets telt Nederland inmiddels meer dan 150 deelplatforms. De meeste verdienen door een marge op de transacties in te houden. Hoeveel ze afromen loopt nogal uiteen.

Miljardenbedrijf AirBnB brengt verhuurders van hun woning 3 procent servicekosten in rekening. Ook gasten betalen voor de bemiddeling: meestal tussen de 6 en 12 procent. AirBnB blijft vaag over de precieze formule.

Spullen-leenplatform Peerby was altijd gratis. Maar om ook een succesvol verdienmodel te creëren, lanceerde het vorig jaar Peerby Go, de betaalde variant. Mensen huren nou eenmaal liever dan dat ze lenen, liet initiatiefnemer Daan Weddepohl bij de lancering weten. Lenen voelt als een gunst, huren kan elke dag. Peerby Go vangt vijfentwintig procent over elk voorwerp – van kruiwagen tot bakfiets – dat je van de buren huurt. Een fors percentage. De spullen worden wel thuisbezorgd.

De Nederlandse start-ups Goboony (camper) en Barqo (boot) zitten met negen en vijftien procent nog redelijk aan de onderkant van de marges. Taxi- app Uber spant de kroon met twintig tot veertig procent, afhankelijk van de stad. Auto-leenplatform SnappCar roomt 30 procent van het verhuurbedrag af. Dat is wel inclusief verzekeringspremie.

Rijd je liever mee met een ander, dan betaal je bij carpooldienst Blablacar 0,12 eurocent per rit. Een klein bedrag, maar met dertig miljoen leden door 22 landen is het bedrijf erg lucratief. Blablacar is inmiddels meer dan een miljard waard en een van de succesvolste technologische start-ups van Europa.

Deelplatforms verdienen volgens deelexpert Arets ook geld door advertentieruimte te verkopen , zoals werkspot.nl waar je een klusjesman kan huren. Met aanvullende dienstverlening, zoals een verzekering, kan geld worden verdiend en daar wordt nu volop mee geëxperimenteerd. Arets: “Je moet wel verzekerd zijn als je je auto uitleent, daarom bieden platforms zoals Snappcar deze service aan.” Verzekeraars spelen hierop in. “Ohra biedt met een experiment een autodeelverzekering aan, bij Centraal Beheer Achmea is tijdelijk verhuren via bijvoorbeeld AirBnB nu standaard meeverzekerd in de woonverzekering”, zegt Arets.

Hoe sociaal de deelsites echt zijn verschilt per platform. Arets: “Taxi-app Uber is niet sociaal, maar dat was ook nooit de insteek. Het is pure business. Thuisafgehaald heeft een sociale functie, maar ook zij moeten hun rekeningen betalen.”

Volgens Arets blijft naast de grote platforms zoals Uber en AirBnB maar een beperkt aantal starters overeind. Deze deelplatforms leveren een slimme oplossing die voorziet in een behoefte en die een grote massa bedient. In de deeleconomie is delen het nieuwe hebben, maar dan goedkoper voor de gebruiker.